Bij het begin van de lente vergeleek ik mij als tuinier met God. De tuinier als schepper. Hij zaait, kijkt, ziet groeien, oogst en deelt groenten uit. “Een tuinier doet Gods werk teniet” zei een vriendin “Wat spontaan groeit noemt de tuinier onkruid. Ook de tuinier is uit het aards paradijs verdreven. Sinds de verleiding door Eva en de appel werkt de mens in het zweet des aanschijns en ruikt de wereld minder fris.” Ik hou van vrouwenrelativerende vrouwen.
Geselende regenbuien maakten mijn groentetuin onbewerkbaar tot april. De laatste zakjes diepvriesgroenten van de vorige oogst ontdooiden als sneeuw in de zon. Toch was er hoop. Tuinkers groeide snel en gaf een pittige smaak bij de sla. Radijsknollen bleven klein, maar het blad gaf een soep met zachte notensmaak. Spontaan uitgezaaide sla verhuisde naar een bedje en kropte wellustig.
Dan sloeg een van de zeven plagen toe, geen sprinkhanen, maar een ander onvermoeibare veelvraat.
2 opmerkingen:
Ik werd ter hulp geroepen door Louise, tadaa hier ben ik dan.
Wel, ik heb eigenlijk niet zo veel last van slakken, maar mijn buurvrouw zweert bij geplette eierschalen rond slakkenhapjes.
Ik ga een paar keer per week rond en raap ze allemaal op, ik leg planken dichtbij de lekkerste slakkenhapjes en dan plakken daar 's morgens allemaal slakken tegen.
Daarna drop ik ze in een bos in de buurt en 's nachts komen ze waarschijnlijk allemaal terug gekropen.
Potjes met bier ingraven, zoadat de rand net onder de grond zit zou ook helpen, maar ook nog niet getest.
Succes!
Ik kom hier via Louise aangewaaid. Succes met je blog!
N.B. Bij ons eten de slakken alle hosta's en ridderporen op. Groentjes hebben we sowieso al niet staan.
Een reactie posten